Als alles duister is: God op de A12
Ik zit met mijn billen op het asfalt van de A12 in Den Haag, precies tussen het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het tijdelijke gebouw van de Tweede Kamer. Achter mij staat een rij agenten in zwartgele hesjes, een grote politiebus en een dreigend Duits waterkanon. In mijn vorige podcast: ‘Een brief aan mijn toekomstige kind’, stelde ik me bloot aan de wetenschappelijke prognose van de gigantische klimaatramp waar we in de komende 50 jaar op afstevenen. En nu zit ik hier, met meer dan duizend andere mensen, om te demonstreren tegen het feit dat onze Nederlandse overheid de grote fossiele bedrijven áchter deze klimaatramp met 46 miljard euro per jaar sponsort.
Mijn hand wordt liefdevol vastgehouden door dominee Rozemarijn van ’t Einde, die zittend in haar rolstoel linksboven mij uittorent. Waarom zij hier zit, ondanks haar chronische ziekte én ondanks – of juist dankzij – haar religieuze ambt, heeft ze opgetekend in haar diep persoonlijke boek: ‘Rebelleren voor het leven: Een dominee in actie voor klimaatrechtvaardigheid’. Tijdens de hele actie stromen mensen naar Rozemarijn toe: ‘Ik zat in de trein terwijl ik je boek las, en ik heb daar gewoon zitten huilen! Je hebt me zo geïnspireerd om hier nu te zijn.’ Mijn hart gloeit van trots en dankbaarheid dat Rozemarijn bij me is, als ik straks voor het eerst wordt gearresteerd.
Achter me hoor ik de agenten steeds dichterbij komen terwijl ze andere demonstranten de bus in begeleiden, en soms sleuren. Door de angst voel ik mijn wereld kantelen. Ik herinner me dit soort surrealistische momenten al van toen ik heel klein was. Soms, als ik nadacht over God en de zin van het bestaan, grepen de vragen me zó aan dat mijn hele perspectief op de wereld kantelde. Op zo’n moment realiseerde ik me dat mijn hele leven een film was geweest, met in de hoofdrol degene die ik altijd had gedacht te zijn. Die momenten maakten me altijd afschuwelijk angstig. Want als ‘ik’ degene ín de film was, wie of wat bekeek dan de film?
Rozemarijn voelt blijkbaar mijn zenuwen. ‘Zullen we zingen?’ stelt ze voor. Met trillende stem zetten we een lied in: ‘Als alles duister is, ontsteek dan een lichtend vuur dat nooit meer dooft, ‘n vuur dat nooit meer dooft. Als alles duister is…’ Dit vind ik het mooiste van actievoeren met Christian Climate Action: dat we op de duisterste momenten moed mogen putten uit Gods nabijheid. In haar boek schrijft Rozemarijn: ‘Op geen andere plek voel ik me zo dicht bij God als na een arrestatie.’ Terwijl we zingen voel ook ik heel even dat God er is: gewoon hier, op de A12. Maar nog voor ik weet of het gevoel écht is, is het alweer voorbij. De ongrijpbare aanwezigheid maakt plaats voor een diepgevoelde afwezigheid. Ik voel angst, verwarring, teleurstelling. ‘Mijn God, mijn God, waarom hebt u mij verlaten?’ Plotseling zijn we aan de beurt om opgepakt te worden. De agenten halen ons uit elkaar. Ze weigeren Rozemarijn mee te nemen in de politiebus, en rijden haar – onder heftig protest – naar de kant van de weg. Ontzet stappen we in de bus.
In vergelijking met alle spanning en anticipatie, stelt de arrestatie zelf weinig voor. Na een korte busrit worden we net buiten de stad meteen weer losgelaten. We zijn vrij om te gaan. Het enige wat me niet loslaat, is dat ongrijpbare moment op de A12. Het confronteert me weer met de vraag die ik me van kinds af aan stel: is God er, of is God er niet? Als God daar écht was, waarom kon ik haar dan niet zien, niet voelen, niet horen? En waarom doet God eigenlijk niets tegen al het onrecht waartegen we daar proberen te strijden? Jarenlang heb ik met deze vragen geworsteld. Me verdiepend in de filosofie van Spinoza, de non-dualiteit en de mystiek ben ik er uiteindelijk achtergekomen. Ik heb ontdekt wíe er naar de film van mijn leven kijkt, en van alle andere levens in het Universum: God. God was bij me – en bij ons allemaal – daar op de A12. Ook al kon ik God niet zien, zij zag mij. Of eigenlijk was zij het zien zelf. God is dat licht in ons, dat ondanks alles nooit dooft. Maar dat is alleen te zien in het duister.