Moederliefde
Het is zover, we gaan verhuizen! Jasper is haast klaar met zijn studie, ik heb afscheid genomen van mijn collega’s, en de dozen met huisraad staan al opgestapeld in onze woonkamer. De uitdaging: van een Gronings vrijstaand huis van 135 vierkante meter, naar de zolderverdieping van mijn ouderlijk huis in Amsterdam; 35 vierkante meter. Om dit te realiseren heeft mijn moeder al een loods geregeld waar we onze meubels kunnen opslaan. En mijn schoonmoeder kwam deze week drie dagen bij ons logeren, om ons te helpen met het opruimen en inpakken van onze spullen. Ook onze Amsterdamse vriendenkring en Groningse buren leven mee; inmiddels hebben we zoveel bossen bloemen gekregen dat we haast geen vaas meer kunnen vinden om ze in te zetten. Het raakt me om zoveel liefde te mogen ontvangen, en ik ga bij mezelf te rade. Verdien ik dit echt? Ben ik bij anderen net zo behulpzaam en attent? Als vanzelf ga ik mijn herinneringen na om te bedenken wat ik dan wel (en vooral wat ik niet) voor anderen heb gedaan, maar ik krijg de som niet kloppend.
Toen ik gisteren een laatste ommetje maakte door de Groningse weilanden, en me vergaapte aan de zwermen vogels die op de koude avondwind door de roze wolkenhemel zweefden, dacht ik opeens: liefde is een soort natuurkracht. Als we het hebben over natuurkrachten denken we vaak aan wind, water, zonnestralen, en soms misschien aan de instincten van dieren; zoals de vogels die nu naar het zuiden trekken. Maar de oorsprong van liefde ligt net zo goed in de miljarden jaren van evolutie die ons als individuen en als mensheid hebben gevormd. In de overleving en overlevering van duizenden generaties voorouders, die hebben samengewerkt, gezorgd, gezoogd. Dus misschien hoef ik de rekensom van de liefde, van “voor wat, hoort wat”, niet op te lossen. Liefde is geen rekensom, en dat geeft me de vrijheid om te mogen ontvangen wat ik op dit moment nodig heb; ook als ik het misschien nooit terug kan betalen. Liefde is een oerkracht die ons allemaal verbindt, en moederliefde al helemaal. Soms kunnen we het niet helpen, iemand te willen helpen; het zit in onze natuur.