Niets beters te doen (dan de wereld verbeteren)

Activisme voor introverten

‘Heb je niets beters te doen?!’ krijg ik als klimaatactivist vaak toegeroepen, wanneer we op onze vrije zaterdag op het asfalt in Den Haag zitten tegen de miljardensubsidies voor fossiele bedrijven. De voorbijgangers wachten nooit op een antwoord. De vraag is geen echte vraag; eerder een uiting van onvrede door iemand die lekker van z’n weekend wil genieten, maar plotseling voor een wegblokkade komt te staan. Toch zet de vraag me aan het denken. Waarom zit ik daar? Ik zie mezelf helemaal niet als een ‘rebel’: een ‘opstandig iemand’ zoals van Dale het definiëert. Ik ben als persoon juist zeer introvert. Dat wil zeggen dat ik oplaad door rustige, individuele activiteiten zoals een boek lezen, mediteren, schrijven of een podcast luisteren. Je kunt dus wel raden dat zitten op een snelweg terwijl vreemden naar me schreeuwen, en politieagenten me natspuiten of wegsleuren, vér buiten mijn comfortzone ligt. Het kost mij energie, véél energie. En toch zit ik daar. Waarom?

Ik ben zeker niet de enige ‘kruidje-roer-me-niet’ in de klimaatbeweging. Onze coördinator bij Christian Climate Action (CCA) – ook introvert – worstelt al anderhalf jaar met vermoeidheid en andere gevolgen van Long-COVID. ‘Als de klimaatcrisis er niet was geweest’, zegt ze, ‘zou ik al mijn vrije tijd met een boek op de bank doorbrengen.’ We hebben op onze zonnige zaterdagmiddag dus wel degelijk ‘iets beters te doen’: lekker thuis uitrusten van ons werk of – als we ons wild voelen – naar het strand gaan met vrienden. Toch doen we dat niet. Een groot probleem onder klimaatactivisten is dan ook dat ze opgebrand raken; en dat is ontzettend zonde. Want hoewel actievoeren hard werken is: het werkt wél. In de maanden dat we met CCA gebedsdiensten hielden voor de gesloten deuren van het Pensioenfonds Zorg en Welzijn – waar ook predikanten hun pensioen opbouwen – vroeg ik me af wat we daar in hemelsnaam aan het doen waren. Zouden onze gebeden ooit verhoord worden? Je kunt nagaan hoe onwerkelijk het voelde toen we afgelopen maand in Pakhuis de Zwijger vierden dat drie van de grootste Nederlandse pensioenfondsen tweederde van hun investeringen uit fossiele bedrijven hadden gehaald. Voor de camera van AT5 vertelden de directeuren hoe actievoerders hen hiertoe hadden geïnspireerd. Toen ik onze klimaatdominee Rozemarijn van ’t Einde als woordvoerder voor CCA richting het podium zag rollen wist ik: ‘Dit is waar ik het voor doe.’

Klimaatactivisten – zeker introverte zoals ik – voeren dus geen actie omdat we het leuk vinden; we voeren actie omdat het werkt. Wat telt is niet hoe vaak je bent opgepakt, maar hoeveel graden onze aarde níet opwarmt. Laat je dus door de nieuwsbeelden van spectaculaire demonstraties op de A12 alsjeblieft niet afschrikken. Die klimaatacties zijn zichtbaar, maar verreweg de meeste zijn onzichtbaar. Er is zoveel werk nodig áchter de schermen: er moeten artikelen en nieuwsbrieven worden geschreven, e-mails worden beantwoord, websites worden bijgehouden, spandoeken worden geschilderd, vergaderingen worden belegd en strategiën worden uitgedacht. Dus als jij, net als ik, introvert bent en je zorgen maakt over het klimaat: blijf dan vooral niet stil zitten! Sluit je aan bij een groep die bij jou past, en word een onzichtbare klimaatactivist. Iemand waar niet naar wordt geschreeuwd, die niet wordt natgespoten of opgepakt, maar die het stiekem voor elkaar krijgt om miljarden euro’s uit de fossiele industrie te sluizen. Want wat is er nou beter dan strijden voor een leefbare wereld, voor jezelf en voor de volgende generatie? Geef toe: heb je werkelijk iets béters te doen?

Kijk hier ‘Pensioenen kleuren groen!’ in Pakhuis de Zwijger terug: