Te mooi om waar te zijn
In Groningen kweekten we drie jaar lang al onze groenten. Met name het kweken van tomaten vond ik een mooie tijdsbesteding (of ‘dieverdoatsie’ zoals ze dat in Groningen zeggen).
In februari zaaide ik de tomatenzaadjes in kleine bakjes. Deze zette ik in de warme, zonnige vensterbank van onze badkamer; elk jaar stond hij weer vol. In maart staken de jonge tomatenplantjes hun kopjes al boven de aarde. En na twee maanden dagelijkse zorg konden de plantjes eindelijk de kas in, die door mijn vader en Jaspers stiefvader zelf in elkaar was gezet. Ik plantte altijd dertig tomatenplanten zo’n veertig centimeter uit elkaar, met naast elk plantje een lange spiraal waaraan het omhoog kon klimmen. Dan begon het echte werk: ik leidde de plantjes langzaam omhoog, gaf ze water en snoeide de steeds weer opduikende zijtakjes. En dan, op een zonnige dag in juli, was het eindelijk zover: daar pronkten de eerste rode tomaatjes van het jaar. Met de duurste mozzarella, versgeplukte basilicum en de nodige bombarie zetten we deze op tafel.
Als ik dan in ons dorp langs het bushokje liep, durfde ik haast niet naar de reclameposter te kijken. “Nu bij Lidl: een halve kilo tomaten voor 1 euro!”. Mijn hart brak. Had ik me al dat werk, al die liefde, aandacht, zorg en verantwoordelijkheid, kunnen besparen voor 1 euro? Ik geloof er niets van. Zoals Marktplaats waarschuwt: “Als iets te mooi lijkt om waar te zijn, dan is dat vaak ook zo”.
Nu zijn we weer terug in Amsterdam, zonder grote moestuin, maar mijn wereld is voorgoed veranderd want ik weet nu dat ik met elke euro die ik uitgeef een keuze maak, die de wereld ook weer verandert. Een keuze voor lokaal of van ver, voor mèt of zonder insecticiden, voor een eerlijke of oneerlijke prijs. Aan mij om te zorgen dat het vanaf nu de juiste keus is.